Interim over Tarek Mousli en Revolutionaire Cellen
Het is de ergste vorm van verraad - aan voormalige politieke vrienden,
aan een hele beweging, aan de utopie van de maatschappelijke verandering.
Tarek Mousli, voormalig aktivist in de linksradicale scene in Berlijn, zit
sinds eind vorig jaar in de gevangenis en heeft zich als kroongetuige
beschikbaar gesteld aan de Duitse justitie. Waarschijnlijk voor een nieuwe
identiteit, een heleboel geld en voor een kennelijk al lang besloten
afscheid van zijn politieke verleden, verraadt Tarek nu iedereen die hij in
zijn politieke karriere heeft leren kennen of denkt te hebben gekend. Dikke
dossiers worden inmiddels gevuld met allerlei feitelijke of verzonnen
details over personen en politieke verbanden, door Tarek verteld aan de
politie. Daarbij is Tarek zeker niet kieskeurig. Voor een deel verandert
hij eerder gedane uitspraken uit vroegere ver- horen, maar ook bevordert
hij bepaalde personen tot een rol in politieke bewegingen of noemt hij ze
terroristen.
Meteen na zijn tweede arrestatie in november vorig jaar begon Tarek te
praten en daar houdt hij voorlopig niet mee op. Iets waar de smeris altijd
al naar verlangd heeft schijnt nu te gebeuren: iemand die praat, iemand die
politieke verbanden uitlegt die veel verder gaan dan de vermeende
Revolutionaire Cellen structuur; iemand die bereid is te zeggen wat de
politie wil horen.
Daarbij worden verschillende dingen duidelijk: zijn uitspraken zijn
willekeurig, hij combineert creatief en ook wanneer een man of vrouw nooit
iets met hem van doen heeft gehad, kan zo iemand opduiken in de stroom van
zijn uitspraken.
Al in de vorige uitgave hebben we wat gezegd over de ontwikkelingen rond
deze verrader. We willen het echter niet bij deze ene keer laten. Want de
ondersteuningsaktiviteiten voor de gevangenen en de omgang met de hele zaak
krijgt nu pas een aanvang. Gelukkig zijn er inmiddels al posters en
stickers verspreid waarop solidariteit met de aktivisten betoond wordt, die
door de bekentenissen van Tarek in de klauwen van de justitie zijn geraakt.
De uitspraak op een van de posters, solidariteit met de Revolutionaire
Cellen, die op de voorkant van dit tijdschrift staat, weerspiegelt niet de
mening van iedereen hier. Wij hebben er toch voor gekozen deze poster af te
drukken, omdat wij vinden dat de golf van repressie er niet toe leiden moet
dat wij de Revolutionaire Cellen niet meer als onderdeel van onze
linksradicale geschiedenis begrijpen.
Er bestaat in de solidariteitsbeweging een tendentie waarbij mensen het
liefst de hele beweging Revolutionaire Cellen vermijden en men zich enkel
wil bemoeien met de gevangenen aktivisten Harald en Axel en hun
antiracistische ideeen en aktiviteiten. Wij beschouwen dit als kortzichtig:
de smeris is niet met ani-terreur-eenheden op ons afgekomen om
antiracistische campagnes te criminaliseren.
Het gaat hier om een vorm van militant verzet, dat de linkse beweging in
Duitsland in de jaren 70 en 80 sterk heeft beinvloed en bepaald - de
Revolutionaire Cellen dus. Wij vinden het verkeerd om nu alleen over
gevangenisomstandigheden en de Mehringhof te praten. (**) Daarbij moeten we
zeker niet de fout maken, ons de beschuldigingen van de politie al te zeer
aan te trekken. Voor ons is het vanzelfsprekend om je principieel met
iedereen solidair te verklaren die door de staat gecriminaliseerd wordt.
Dat geldt niet alleen voor Axel en Harald, maar ook voor Sabine, Rudolf en
de twee mensen die onlangs in Frankrijk gearresteerd zijn. Het is een
andere kwestie om over de zin en onzin van afzonderlijke akties te
discussieren. Dit is zeker belangrijk, maar onze solidariteit staat of valt
daar niet mee. Naast het opsluiten van onze kameraden gaat het de politie
erom de nog bestaande structuren te vernietigen. En daarom is het
belangrijk dat we ons kritisch bezig houden met onze geschiedenis. En met
onze structuren; waarom het kan gebeuren dat iemand als Tarek zo lang
aktief is en vervolgens zo overstag gaat, en met de politiek van de
Revolutionaire Cellen.
Het zijn juist de akties geweest tegen racistische hetzes en racistische
staatspolitiek die het bewustzijn bij radicaallinks over opduikend racisme
gestimuleerd hebben en er voor gezorgd hebben dat links hier aktief moet
zijn. Wij denken ook dat het verkeerd is om de ideen van de Revolutionaire
Cellen tot anti-racisme te beperken, iets wat tegenwoordig vaak gedaan
wordt. De akties rond zwartrijden, over militaire landingsbanen,
anti-kernenergie, daklozen en gentechnolgie zijn door de scene met veel
enthousiasme opgepikt en de akties hebben veel verdergaande discussies
gestimuleerd - het was een principieel verzet tegen de samenleving.
Er is altijd al kritiek geweest op de Revolutionaire Cellen. Voor een
deel kritiek op de politieke inhoud van de RZ, voor een deel op hun
structuren, voor een deel op de manier waarop ze hun doelen wilden
bereiken. Het feit dat we het op vele punten oneens kunnen zijn met de
Revolutionaire Cellen heeft echter niets te maken met onze solidariteit met
de kameraden die nu in de handen van de justitie zijn. Iedereen die wil
nadenken over de geschiedenis van de revolutionaire cellen, moet zich niet
laten afschrikken door vermeende myhtes.
Wij hopen dat er grondige discussie komt over wat wij uit de praktijk en
uit de fouten van de revolutionaire cellen leren of kunnen leren en over de
manier waarop linksradicale strijd wordt voortgezet. Helaas lijkt het erop
dat radeloosheid de stemming in de beweging overheerst. Niemand weet welke
personen en structuren nog getroffen zullen worden. En discussies over hoe
solide structuren zijn, die onder druk staan vervolgd te worden, en
discussies over welke middelen de juiste zijn in de strijd tegen de
heersende situatie, kunnen wij nog nauwelijks ontwaren.
Interim, voorjaar 2000
|